zaterdag 30 januari 2010

Project beeld: Alternatief vertellen

Als taak voor beeld moesten we alternatief vertellen eens uitproberen. Mijn alternatief vertellen is gebaseerd op het prentenboek 'Saartje zoekt de liefde'. Het hele verhaal is aangepast naar mijn BC: Kijk eens in de spiegel. Hier volgen enkele foto's van het alternatief vertellen. Ik heb alles thuis opnieuw moeten opstellen omdat ik die dag mijn fototoestel vergeten was.
Ik heb het verhaal dus thuis helemaal gereconstrueerd.

Dit was de beginopstelling.

Nina en Saartje (met kleedje) zien in de wei een lepel liggen. Ze spiegelen zich erin.

Nina en Saartje zien op een heuvel een zilverpapiertje liggen en proberen zich erin te spiegelen.

Nina en Saartje zitten langs de rand van de oever en spiegelen zich in het water.

Nina en Saartje komen kijken in de spiegel die ze van de kleuters gekregen hebben.


Nina, Saartje en al hun vriendjes vieren feest. Nina krijgt een stukje taart.

Reflectie op het uitvoeren van alternatief vertellen tijdens de stage.

Ik had mijn opstelling klaargezet tijdens de speeltijd. Als de speeltijd gedaan was hebben we eerst de boekentasjes ingepakt zodat ik rustig mijn verhaal kon vertellen. De KA alternatief vertellen was na de laatste speeltijd voor het naar huis gaan.

Als alle boekentasjes ingepakt waren kon ik met de activiteit starten.
Ik verzamelde de kleuters in de onthaalhoek.

Als alle kleuters een plaatsje gevonden hadden op de mat en in kleermakerszit zaten kon ik met het alternatief vertellen beginnen.

Het vertellen verliep in het begin zeer goed. De kleuters waren aandachtig en je zag aan hun gelaatsuitdrukking dat ze geboeid waren. Tijdens de wandeling van Saartje en Nina verwees een kleuter naar onze tocht voor de school die de klassikale impressie was na het onthaal in de voormiddag. Hij zei dat Saartje en Nina ook naar dingen opzoek zijn waar ze zichzelf in kunnen zien.


Af en toe stond er ook eens een kleuter recht om te kijken naar wat Saartje en Nina nog zouden tegenkomen tijdens hun wandeling.

Meerdere keren heb ik de opmerking moeten geven dat de kleuters terug moesten gaan zitten als indiaantjes (in kleermakerszit) en dat ze later in het verhaal wel te weten zouden komen wat Saartje en Nina nog tegen zouden komen.


Tegen het einde van de klassikale activiteit begonnen de meeste 3-jarigen af te haken. Ze begonnen met elkaar te prullen, gingen op de bankjes zitten, staarden om zich heen,... Ik zette mijn verhaal toch door omdat ik zag dat de andere kleuters (waaronder enkele 3 en 4-jarigen) heel betrokken aan het luisteren waren. De betrokkenheid kon ik afleiden aan hun mimiek, houding en de concentratie waarmee ze aan het luisteren waren.


Als de kleuters naar huis waren overlegde ik met mijn stagementor mijn activiteiten. Over het alternatief vertellen vertelde ze me dat het voor de 3-jarigen te langdradig was. Saartje en Nina kwamen voor de 3-jarige te veel dingen tegen. Voor 3-jarige moest er sneller tot een oplossing gekomen zijn. (Saartje en Nina moesten sneller een spiegel vinden zodat ze zichzelf konden zien.)


Bij een volgend alternatief vertellen, ga ik er over waken dat het verhaal niet te lang is voor de 3-jarigen maar ook niet te kort, zodat de 4-jarigen voldoende uitdieping in het verhaal hebben om dingen te ontdekken.


Conclusie:

- Het alternatief vertellen was zeker op niveau van 4-jarigen.
- Het verhaal voor de 3-jarigen had iets korter moeten zijn en meer 'straight to the point'.
- Qua ondersteuning met materialen zat de activiteit goed.

Sintfeest

Op 1 december start het eerste project van Muvo, nl. het Sintfeest.
We verzamelde in de spiegelzaal. Daar kregen we een korte mededeling van wat de bedoeling was voor de volgende 3 dagen.
We moesten een heel scenario bedenken voor het Sintfeest dat op 3 december doorging.

Eerst verdeelde we ons in groepjes. daarna kregen we een krant.
We deden de krant op een willekeurige plaats open, deden onze ogen dicht en zette onzer vinger neer op een woord. Rond dat woord moesten we een brainstorm doen.

Als iedereen zijn brainstorm gedaan had, werden de flappen tegen de wand omhoog gehangen. iedereen kreeg rode en groene stickers.
Bij een leuk idee kon je een groene sticker kleven. Bij een 'slecht' idee kon je een rode sticker kleven.

De ideeën met de meeste groene stickers werden gebruikt om zo een beginpunt te hebben voor het scenario van het Sintfeest.

Alle groene ideeën werden uitgeknipt en bij elkaar gehangen op borden.
Het scenario kreeg stilaan vorm in de grote lijnen.
Als de grote lijnen gevonden waren, nam iedereen een onderdeel op zich.
Zo ontstonden er verschillende groepjes.

Ik koos voor een van de fouten die de pieten maakte en voor de staking.
De hoofdpiet maakte allerlei fouten. Bij de fout waar ik aan meewerkte had de hoofdpiet de verkeerde schoenen klaargezet voor een andere piet. Het waren geen schoenen maar zwemvliezen... Ik was 1 van de 2 pieten die de piet nadeed die met zwemvliezen door de zaal stapte.
De staking zo 2 keer aan bod komen. Een eerste keer als zitstaking en een tweede keer als betoging. Iedereen heeft de eerste twee dagen rond zijn eigen onderdeel gewerkt.

Op de tweede dag werd alles aan elkaar geplakt en werd het al een eerste keer voorgedragen.
Hier en daar werd het scenario nog wat bijgewerkt.
Op 3 december was de grote dag.

Iedereen moest om half 8 aanwezig zijn, zodat iedereen nog tijd genoeg had om zich om te kleden en klaar te maken. Hier zie je een foto van Nele (rechts) en mezelf (links).

Rond half9 begon het Sintfeest.
Het Sintfeest ging door in de oefenschool zelf.
Het was een zeer geslaagde voorstelling. Iedereen heeft goed zijn best gedaan.
Ik heb er uit geleerd dat het moeilijk is om in je rol te blijven. Maar eens je er in zit, blijf je er in zitten tot het terug 'Kelly' bent.

Creastage

28, 29 en 30 september zijn we op creastage (meer bepaald poppenspel stage)gegaan in Sint-Jans-Molenbeek. We kregen begeleiding van het vormingsinstituut zZmogh vzw.

Om 10 waren Nele en ik ter plaatse. We hebben onmiddellijk onze bagage in een zaal gezet. Daarna zijn we terug naar buiten gegaan om te wachten op de rest van de groep.

Als iedereen er was zijn we naar de zaal gegaan waar onze bagage stond.We zijn er onmiddellijk ingevlogen. We kregen ieder een stuk uit 'mouche' (het materiaal dat in zetels zit) waar we een handpop mee gingen maken.
We moesten 2 hoeken aan elkaar kleven met contactlijm.
Daarna moesten we onze hand erin stoppen en beslissen tot waar onze hand in onze pop zat. Het overige deel moesten we schuin afknippen.Het afgeknipte deel werd bijgehouden om eventueel te gebruiken voor de handpop verder vorm te geven.

Als alles aan elkaar gekleefd was, moesten we nadenken over wat voor soort pop we wilde maken. We konden kiezen voor een dier, een mens of een fantasiedier.
Ik koos om een fantasiedier te maken.
Mijn pop was niet op tijd klaar. We kregen wel tijd om tussendoor verder te werken aan onze pop. Tegen het einde van de creastage was mijn pop 'Marcel' zo goed als klaar. Ik moest hem nog juist een kleedje geven.
Ik vond het zeer leuk om te leren hoe je van zo een soort materiaal een pop kan maken.
Later werd er ook met de gemaakte poppen een kleine voorstelling gedaan.

Dit was het allerleukste deel van de creastage waar ik volledig mijn eigen ding kon doen om de pop te maken.

Verder hebben we nog tal van andere leuke dingen gedaan.
We hebben geleerd hoe we moeten omgaan met poppenkastpoppen.
Wat mij het meest is bijgebleven is dat je pop altijd in beweging moet blijven.
De pop moet wel op een natuurlijke beweging bewegen. Ook moeten de handen van de pop gesloten zijn als je er niet mee speelt. Dit kan je zien op onderstaande foto.


Ook hebben we voorwerpen leren manipuleren zodat ze tot leven komen.
Sommige voorwerpen geef je een meerwaarde door er bijvoorbeeld oogjes aan te geven.
Op onderstaande foto zie je de verschillende voorwerpen die we gemanipuleerd hebben.

Ook hebben we knuffels tot leven gebracht. Het hanteren van de knuffels met beide handen was redelijk moeilijk in het begin. Maar we kregen voldoende oefenkansen om het onder de knie te krijgen.

Met een overheadprojector hebben we kennis gemaakt met schimmenspel.
We moesten allerlei figuren uit papier knippen en deze projecteren op de muur.
Daar na moesten we een kort verhaaltje bedenken en dit vertellen en brengen aan de andere groepjes.

De eerste 2 dagen hebben we allemaal verschillende inputs gehad die we dan konden gebruiken om de laatste dag een toonmoment in elkaar te steken.
Iedereen splitste zich op in groepjes en elk groepje deed iets anders.Ik koos voor het fluotheater.We moesten ons helemaal in het zwart kleden zodat niemand ons kon zien zitten.
Zo was het effect ook mooier. Op onderstaande foto zie je hoe we er uit zagen.

Het was verschrikkelijk warm in dat decor. Dat kwam door alle lampen en doordat mijn zwarte kleren redelijk dik waren. Als we ons toonmomentje nog een oefende, trok iedereen een kapje helemaal over zijn hoofd.
In volgend filmpje zie je ons toonmomentje dat we toonde aan een groep Brusselse kleuters.
Ik zit langs de linkse kant zoals op de foto hierboven.




Het was een zeer leuke en leerrijke ervaring. Ik heb enorm veel technieken opgestoken en heel wat inspiratie opgedaan voor volgende stages.